Eksters zijn alleseters en aasopruimers
Hun voedsel zoeken ze bij voorkeur op de grond en liefst in kort grasland zoals gazons en weilanden. Het bestaat hoofdzakelijk uit insecten: kevers, torretjes, regenwormen en larven. Zeker voor de stadseksters geldt, dat ze ook menselijk afval zoals brood en patat eten. In het broedseizoen willen ze echter ook nog wel eens eieren en jongen van andere zangvogels aan hun jongen voeren. Incidenteel worden ook wel muizen, vruchten, graan en bessen gegeten. In herfst en winter bestaat hun menu, naast insecten, voor een groot deel uit vegetarische bestanddelen. Zoals alle kraaiachtigen, lust de Ekster ook graag een kadaver; slachtoffers van verkeer en hoogspanningsmasten worden snel en vakkundig opgeruimd.
Voedsel verstoppen
Net als andere kraaiachtigen hebben ook eksters de gewoonte om voedsel te verstoppen die op een later tijdstip weer wordt opgehaald. Doorgaans gebeurt dat als er tijdelijk sprake is van een voedseloverschot. Door nu een deel daarvan te verstoppen kan het eten beter over de tijd verspreid worden. Meestal wordt het verstopte voedsel alweer dezelfde dag opgehaald en verorberd. Bij het verstoppen gaan ze nogal stiekem te werk: ze willen voorkomen dat andere eksters er lucht van krijgen en er met hun hapje vandoor gaat. Om het hapje terug te vinden maken eksters niet enkel gebruik van hun zicht, maar ook van hun goed ontwikkelde reukzin en, uiteraard, van hun geheugen. Een mooi voorbeeld van een voedsel verstoppende ekster werd mij toegestuurd door Peter Groen uit Ede. De ekster verstopte enkele ongepelde pinda’s in de heg:
Eieren en jongen van (zang-)vogels
In tegenstelling tot wat velen onder ons (willen) geloven, hebben studies uitgewezen, dat eieren en zangvogels slechts een zeer klein percentage uitmaken van het eksterdieet, en dan alléén maar tijdens het broedseizoen (Kalmbach 1927; Petrow 1960; Tatner 1983). Hij stroopt bomen, struiken en verborgen plaatsen af op zoek naar nesten van zangvogels. Het maakt hem niet uit of het eieren of jonge vogels zijn die hij vindt: hij neemt ze allemaal en voert ze aan zijn eigen jongen!
Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de Ekster hiermee maximaal in enkele procenten van zijn voedselbehoefte voorziet, maar dat de zangvogelpopulatie hiervan -gelukkig- geen schade ondervindt! Lees het artikel hierover van een Frans wetenschappelijk onderzoek.
In het boekje: “Meer vogels in de tuin“, een uitgifte van Vogelbescherming Nederland uit 2009, wordt er -op basis van wetenschappelijk onderzoek- duidelijk op gewezen, dat de verhouding Gaaien, Eksters en zangvogels in de natuur goed is geregeld. Klik op het plaatje hiernaast om het artikel te lezen.
Ook in de digitale nieuwsbrief van Vogelbescherming Nederland van mei 2011 is hieraan aandacht besteed en wordt er op gewezen dat het voor de zangvogelstand niet erg is, integendeel! Lees het pdf-bestandje, of ga naar de site van Vogelbescherming Nederland.
Goed om te weten: uit een onderzoek in Engeland (Churcher and Lawton 1987) is gebleken, dat het aantal jonge én volwassen zangvogels dat door rondstruinende katten wordt gegeten, vele malen groter is! Eksters doen dit maar gedurende enkele weken per jaar, namelijk als ze zelf jongen hebben. Katten vormen echter het hele jaar door een gevaar voor de zangvogels. Het doden van volwassen vogels heeft bovendien een veel negatievere invloed op de zangvogelpopulatie dan het gedurende korte tijd eten van jonge vogels en eieren.
Juwelen en andere blinkende voorwerpen
Een ander hardnekkig volksgeloof wil, dat Eksters blinkende voorwerpen en juwelen verzamelen en mee naar hun nest nemen. Bij alle wetenschappelijke nestcontroles die tot nu toe zijn gedaan, is nog nooit een blinkend voorwerp aangetroffen! Waarschijnlijk is dit bijgeloof ontstaan door de ekstergewoonte om, in tijden van overvloed, voedsel te verstoppen. Bovendien zijn Eksters erg nieuwsgierig en willen ze graag alles onderzoeken.
Niettemin zijn er bezoekers van mijn site die in eksternesten zilverpapier en zilverdraad van kerstversiering hebben gevonden (Marielle Winnubst-Benda), of zilverpapier en een theelepeltje (Gerard Ott).
Zie ook wat ik daarover heb geschreven bij: Overige publicaties.