Als we over Eksters praten, dan komen we er niet omheen om ook andere soorten te noemen dan die, die tot het Pica-geslacht behoren.
De Blauwe ekster bijvoorbeeld, die velen van ons van het Iberisch schiereiland kennen, maar die een soortgenoot heeft in het Oosten van Azië! Tot voor kort werden ze beschouwd als één soort: Cyanopica cyana, maar op basis van DNA-onderzoek zijn ze inmiddels gesplitst in de Iberische blauwe ekster (Cyanopica cooki) en de Aziatische blauwe ekster (Cyanopica cyanus). Als je de verspreidingsgebieden van beide soorten bekijkt, was het ook nauwelijks voor de hand liggend dat het zich hier om slechts één soort handelde. Daarvoor liggen ze té ver uit elkaar.
Dan hebben we nog de verschillende soorten Kitta’s, behorend tot de geslachten Cissa en Urocissa. Tot het geslacht Cissa behoren een drietal kleine, groene Kitta’s die we in Azië kunnen vinden. Tot het geslacht Urocissa behoren een vijftal, voornamelijk blauwe, Kittasoorten die in grootte nogal uiteenlopen.
De Boomeksters van het geslacht Dendrocitta vormen weer een aparte groep. In het overzicht komen een zestal soorten voor die we ook weer in Azië kunnen aantreffen. Ze zijn van zeer algemeen (Rosse Boomekster) tot zeer zeldzaam (Andamanen-Boomekster).
De beide Boomeksters van het geslacht Crypsirina missen in hun Nederlandse naam de aanduiding “boom”. Hier heten ze Zwarte ekster en Grijze ekster, twee kleine ekstersoorten waarvan de eerstgenoemde tamelijk algemeen is binnen zijn Aziatische verspreidingsgebied, maar de laatste inmiddels zeldzaam geworden is door vernietiging van zijn habitat: laaglandbossen in centraal Birma.
Als laatste “andere Ekster” noem ik de Trapstaartekster, de enige Ekstersoort van het geslacht Temnurus.
Misschien als vreemde “eend” in de bijt ook nog de Zwarte gaai van het geslacht Platysmurus. Waarom vermeld ik hem onder de Eksters? Dat is vanwege zijn Duitse en Engelse namen! In Duitsland heet hij “Trauerelster” oftewel Treurekster en de Engelsen noemen hem “Black Magpie” oftewel Zwarte ekster. De Fransen zijn het dan weer -gedeeltelijk- met ons eens: daar noemen ze hem “Geai à ailes blanches” oftewel Witvleugelgaai.
Per soort kun je onder Andere eksters een beknopte beschrijving vinden en, als ik ze heb, een afbeelding.