Zwarte gaai

(Platysmurus leucopterus)    Duitsland  Trauerelster  Groot brittannië  Black Magpie  Frankrijk  Geai à ailes blanches
 

Zwarte gaai, Platysmurus leucopterusBeschrijving: Stevig gebouwde, gaaiachtige bosvogel, met een lange brede staart. Het is niet helemaal duidelijk of het nu een gaai, een boomekster of een ekster is. Alternatieve Engelse naam is Black Jay! Zijn verspreidingsgebied valt opvallend samen met dat van de Maleise Kuifgaai. Korte gebogen zwarte snavel. Op het voorhoofd staan korte stijve, stompe veertjes als van een borstel; het lijkt wel of hij een kuifje op zijn voorhoofd heeft. Lange, sterk getrapte staart. Verenkleed is bijna volledig diepzwart, met een lichte glans op de vleugels. Kopveren nog meer glanzend met een lichte blauw-groene glans. Op de vleugels een grote witte vlek, gevormd door de grote vleugeldekveren en de kleine slagpennen. Zwarte poten. De ogen hebben dieprode irissen. Beide seksen zien er hetzelfde uit. Juvenielen zijn wat valer, met kortere vleugel- en staartveren. Nominaatvorm komt voor in Maleisie en op Sumatra en heeft flinke witte vleugelvlekken (zie foto). De ondersoort atterimus komt op Borneo voor, is volledig zwart en lijkt een groter kuifje te hebben. Deze laatste heeft wel wat weg van een kleine kraai met een lange staart.
Habitat: Dichte laaglandbossen en struikgewas, tot 900 meter hoogte.
Lengte: 39 – 41 cm. (incl. staart).
Voortplanting: Waarschijnlijk een solitaire broeder. Het nest is een tamelijk groot, slordig bouwsel van takken en twijgjes. In het midden een kuiltje, gevoerd met worteltjes en bastreepjes. Het bevindt zich in bomen of struiken op een hoogte tussen 1 meter en 8 meter. Het legsel bestaat uit 2 tot 3 eieren, witachtig met bruine of grijze spikkeltjes. Op Borneo zijn eieren aangetroffen in juni. Nesten van de nominaatvorm zijn gevonden in februari tot en met april. Meer informatie ontbreekt (nog).
Bijzonderheden: Een luidruchtige vogel met een gevarieerd repertoire. De twee ondersoorten zijn opvallend verschillend: het zou best wel eens om twee verschillende soorten kunnen gaan: nader onderzoek is gewenst. Wordt meestal in paartjes of in kleine groepjes (tot 6 vogels) aangetroffen, rusteloos foeragerend in boomkruinen. Eet vruchten en ongewervelden. Soms ook wel kleine zoogdieren.

N.B.: Als u op zoek was naar een in Nederland gesignaleerde Zwarte gaai, dan zit u hier fout! Daarover vindt u informatie bij de kleurmutaties.