Maskerboomekster

(Dendrocitta frontalis)    Duitsland  Maskenbaumelster  Groot brittannië  Collared Treepie  Frankrijk  Témia masquée
 

Maskerboomekster, Dendrocitta frontalisBeschrijving: Zeldzame, kleine boomekster van dichte bosgebieden aan de voet van de Himalaya. Van Noord-Oost India tot aan Tonkin (Vietnam). Het zwarte gezicht en keel van de Maskerboomekster contrasteren sterk met de lichtgrijze nek en borst. De roestbruine bovendelen en onderbuik, grijze schouders en het ontbrekende wit aan de basis van de primaries, onderscheiden hem van de Grijsborstboomekster. Korte, krachtige zwarte snavel met sterk gebogen bovendeel. De voornamelijk zwarte vleugels zijn kort en breed. De lange, getrapte staart is geheel zwart en de beide middelste pennen zijn sterk verlengd. De poten zijn zwart en de iris donker rood. Beide seksen zijn gelijk.
Habitat: Dichte, gemengde, altijdgroene vochtige bossen met bamboe aan de voet van het Himalaya-gebergte. Tussen 600 en 2100 meter.
Lengte: 38 cm. (incl. staart)
Voortplanting: Nestelt solitair. Het nest is kleiner en compacter dan dat van de Grijze ekster. Het wordt gebouwd in een bamboestruik of kleine boom aan de bosrand. Legt 3 of 4 eieren, crême-kleurig tot groenachtig wit, aan het stompe einde rijkelijk bruin gespikkeld en gevlekt.Voortplanting is vastgesteld tussen april en juli.
Bijzonderheden: Er is weinig bekend van deze mooie boomekster. Lijkt in gedrag waarschijnlijk het meest op de Grijsborstboomekster. Alleseter: zaden, vruchten, insecten, kleine reptielen, eieren en kleine vogeltjes.
Geen ondersoorten bekend.